Het leek er inderdaad op dat ze een stuk te voet zouden moeten doen, tenzij ze bij het volgende tankstation geluk zouden hebben. Andy keek eens opzij en zag dat Mae sliep. Hij richtte zijn aandacht weer op de weg en liet haar slapen.
Ze waren bij de rand van de stad toen Mae weer wakker werd en Andy sloeg de weg in die naar de snelweg leidde. Hij keek even opzij toen Mae haar vraag stelde.
"Ik ben bewust achtergebleven," vertelde hij. "Ik ben SEH-arts; ik werd op de spoed en ik woon al jaren in deze stad. Sinds dat gedoe met de zombies begon was het druk op de spoedgevallendienst en ik ben gebleven zolang er patiënten binnenkwamen, samen met een collega-arts en een paar verpleegkundigen. De laatste tijd ben ik eigenlijk niet meer naar huis gegaan, want op en neer reizen was gevaarlijker dan in het ziekenhuis blijven. En er was eten genoeg in de keuken om daar te kunnen overleven. De patiëntenstroom werd minder en steeds meer personeel verliet de stad. Uiteindelijk was ik alleen en sinds eergisteren is er niemand meer binnengekomen, dus het heeft geen zin meer dat ik hier ben. En daarom ben ik nu pas aan het rijden."
De snelweg was zo goed als verlaten, als ze een auto tegenkwamen was het er een die stilstond met de deuren open en de ruiten ingeslagen. Daar was niets meer te vinden, dus Andy reed verder. Een bord gaf aan dat het nog tien kilometer was naar het volgende tankstation. Zo dicht bij de stad was die waarschijnlijk leeg, maar hij zou er wel even stoppen.